Het was geen grote delegatie, maar de Nederlanders die actief waren op de Oldtimer Grand Prix op de Nürburgring kwamen stuk voor stuk sterk voor de dag. Michel Kuiper zorgde met een tweede plaats in de zondagse HGPCA-race voor F1-auto’s tot 1966 voor het hoogtepunt.
In aantal was Vink Motorsport de grootste vertegenwoordiger, met een heel stel BMW E30 M3’s in hun dikke Groep A-gedaante. In beide races om de DTM Classic Cup kwam Leonard Batenburg in de eerste race als beste uit de verf, met een vijfde plaats in het ijzersterke veld. Fred Krab reed zijn exemplaar naar een 12e plaats, maar gooide er in de tweede wedstrijd een schepje bovenop: hij eindigde daarin als zevende. Mark Verhaegh finishte op zaterdag als 14e, maar zag op zondag het einde van de race niet.
Een andere Nederlandse preparateur, Milestone Motorsport, kwam goed voor de dag in de Gentle Drivers Trophy. De door Joeri Monné gekietelde Shelby Mustang GT350 kwam in handen van de Belgische broers Mathias en Regis Devis uit op een achtste en zesde plaats, tussen sterker geacht materiaal zoals Cobra’s en Griffiths.
Toch moest de podiumprestatie van het weekend uit de eenzitters komen. De zich nog altijd verbeterende Michel Kuiper behoort inmiddels echt tot de koplopers in de races van de Historic Grand Prix Car Association (HGPCA) voor F1-auto’s tot 1966. Kuiper zette zijn Brabham BT4 op de tweede rij en liep op zaterdag nét het podium mis toen de BT3 van Barry Cannell hem in de laatste ronde te grazen nam. Dat liet hij zich de volgende dag niet nog eens gebeuren: tot aan de finish verdedigde hij zijn tweede plaats tegen de BT3/4 van Tim Child.
Bart Uiterwaal eindigde met zijn Mustang als 40e in de Duitse Dunlop Trophy, maar won wel zijn klasse. Floris-Jan Hekker viel met zijn Rayberg net buiten de klasseprijzen bij de Formule Juniors: twee keer werd hij vierde in de B-klasse voor oudere Juniors met de motor voorin.