De racers in het Interstate HARC NK82-90 en State of Art GTTC kwamen afgelopen weekend in actie op Assen. George Koopman doet verslag.
De bewolking verdween zaterdagochtend heel snel op een druk Assen. De drukte kwam niet zozeer van de aantallen bezoekers, maar had te maken met het volle programma. Veel deelnemers overnachtten ook op het circuit, dat dus vol stond met campers en caravans.
Organisator was RSG Hamburg, die met hun Spezial Tourenwagen Trophy voor het eerst naar Assen kwamen. In de STT stonden allerlei exotische sportwagens aan de start, Corvette, Audi R8, BMW Z4, de ultraplatte Pumaxs van Henk Thuis en een ‘antieke’ Porsche 935.
Het weekend werd verder gevuld met de Super Toer Wagen Cup, de Belgian Gentlemen Drivers Cup en natuurlijk de twee klassen van de HARC: de NKGTTC en de NK82-90.
De State of Art NK GTTC had een vol veld, met 24 inschrijvers. Helaas vielen er per sessie wel één of meerdere rijders uit. Eerste slachtoffer was gastrijder Bill Magoffin, die zijn Australische Alfa Romeo GT Veloce al in de kwalificatie met een kapotte koppeling stil moest zetten. Later volgde bijvoorbeeld ook Jeroen Feijten, die zijn Simca direct de startopstelling afreed met versnellingsbakproblemen.
Eric Holthausen wist met zijn alom bewonderde BMW 3.0 CSL de eerste race ruim te winnen, maar in de tweede race had hij de grootste moeite om Freddy van Sprundel’s Escort RS1600 achter zich te houden. De voor Assen uitermate geschikte Ford wist zelfs kortstondig de eerste plek over te nemen, en nadat Holthausen de volgorde had omgekeerd, bleef van Sprundel binnen een paar seconden.
Cees Lubbers had twee keer een lastige start, maar gebruikte de power van zijn BMW 635 CSI in beide races van zaterdag om weer naar de 5e plek terug te klimmen, waarbij vooral merkgenoot Gerco van Hoften lastig in te halen was.
De enige aanwezige Porsche bij HARC was van Hans de Graaf. Na de eerste race te zijn uitgevallen, sneed hij als een warm mes door het veld om fraai derde te worden in de tweede race.
Door het hele veld heen was er strijd, slechts weinig rijders hadden een eenzame race. Mooi was ook om de twee grote Jaguars een harde maar eerlijke strijd te zien uitvechten met de veel kleinere Coopers. Paul Aslett reed de eerste race trouwens met een 11 cilinder XJS, vanwege een losse bougiekabel.
Tijdens beide races vielen er veel rijders stil, met als gevolg dat er aan het einde van de zaterdag nog maar 13 autos rijdend aan de meet kwamen.
Na afloop werden koffie, blikjes bier en sterke verhalen gedeeld tussen de deelnemers, die in diverse groepjes bij elkaar kwamen. Daarbij werden er tips gegeven aan elkaar en handen toegestoken, want het blijft een respectvolle gentlemen’s klasse. Of zoals de Vlaming Geert Boels zei: “We rijden voor het plezier, het gaat nergens om.”
In de NK82-90 ging de strijd op zaterdag vooral tussen de BMW’s van Geert Snellen en Pieter Bikker. Helaas leidde dat in race 1 tot contact, waarbij de achterbumper van Snellen en het voorspatbord van Bikker de schade lieten zien. Met een aanlopend voorwiel viel Bikker langzaam terug naar de vierde plek, wat de weg vrij maakte voor een fraaie tweede plek voor de Vauxhall Astra van Ruben de Bruin. De voorwielaangedreven Astra vloog werkelijk door de chicanes, waarbij de oplossing van de Bruin voor een uitbrekende achterkant was: meer gas!
In race twee stelde Bikker orde op zaken door nog in de eerste ronde de kop te pakken en een seconde per ronde uit te lopen. Na Snellen haalde de constante Jan de Jong zijn tweede podiumplek van de dag.
De vier startende Mazda’s leken als magneten naar elkaar toegetrokken te worden in de races, waarbij David Koh al zijn ervaring nodig had om twee keer de 5e plek binnen te halen, beide keren vlak voor de sterk rijdende Rick Dijt. Donovan Wolfrat reed in de tweede race, na een officieel accoord door de andere deelnemers, met de reserve-auto van Molenaar vanaf achteren naar een nette 8e plek.
Ook aan de staart van het veld was er een interessante strijd. Marian Bijster wist de “Ladiescup” te halen, door Ans ten Pas voor te blijven. Maar in de tweede race zwichtte Bijster in de laatste ronde voor de druk van de Willem van der Veen’s Volvo. In tegenstelling tot de GTTC kwamen alle 15 auto’s aan de finish, wat mogelijk met de jongere leeftijd van het materiaal heeft te maken.
Na afloop werden de NK82-90 autos op een mooi rijtje neergezet en waren de deelnemers en begeleiders gezamenlijk om de barbecue te vinden. De sfeer onderling lijkt ontspannen en straalt veel eenheid en respect uit. Het veld groeit langzaam naar behoorlijke proporties, mede door de consequente marketing van de serie. Nu is de helft nog E30s, maar er wordt hard gewerkt aan een breder startveld.
Het programma op de zondag was zeer compact, de Duitse gastheren wilden op tijd naar huis. Om half 12 meldden de NK GTTC deelnemers zich voor hun derde race. Freddy van Sprundel was deze keer ongenaakbaar in zijn dikke Escort. Op de tweede plaats lag Jan “Woeste” Willem Oosterhagen met zijn evenzeer dikke Escort, maar hij liet zich in de laatste ronde verschalken door Geert Boels in zijn iets minder dikke maar niet minder snelle Escort. Gerco van Hoften werd vierde in zijn BMW 2002, maar op plaats 5 was het weer een Escort, die van Michel Vereeken.
In de derde race om het Interstate HARC NK82-90 was Pieter Bikker wederom ongenaakbaar. Hij finishte 38 seconden voor Geert Snellen. Het leek een BMW E30 feestje te gaan worden, met Jan de Jong op de derde plaats, maar de race duurde net een rondje te lang voor de Jong. Ruben de Bruin was er als de kippen bij om de laatste podiumplaats zeker te stellen aan het stuur van zijn Opel Kadett, pardon Vauxhall Astra.
De uitslagen staan HIER.