Op de Imola Classic en de Oldtimer Grand Prix op de Nürburgring leverden Nederlandse deelnemers een bescheiden maar gewaardeerde bijdrage, maar op de Le Mans Classic liet Nederland daarentegen flink van zich spreken, met prijzen voor Cor Euser, Jeroen Bleekemolen, de equipe Le Blanc/Van Lanschot en de families Hart en Van der Lof.
In het voorprogramma op Le Mans waren de klassepodia voor Euser en Bleekemolen het opmerkelijkst. Beiden namen deel aan de Endurance Racing Legends-wedstrijden voor LMP’s en GT’s vanaf 1995. Eusers Marcos Mantara LM600evo wist in de eerste race knap het spoor te volgen van de veel recentere Maserati MC12 GT1’s om derde te worden in zijn klasse, terwijl Bleekemolen samen met Tim Pappas tweede werd in de GT2-klasse, in hun Porsche 993 GT2 Evo. Ook Mathijs Bakker en Joshua Kreuger waren verdienstelijk bezig in hun Dodge Viper GTS-R, met een 29e en 18e plaats algemeen.
De Pescarolo C60 van David & Olivier Hart kon niet aan de start verschijnen, maar met hun Lola T92/10 wisten ze wel de pole te pakken voor de Group C-wedstrijd. Door een drivethrough penalty ging de zege echter naar de Peugeot 905 van Maxime Guenat. Timmo Mol reed intussen mee in de Porsche-race en werd 46e in een reusachtig veld van 911’s.
Alexander & Shirley van der Lof startten sterk in plateau 1, door een tweede plaats te pakken in de Delahaye 135S van (groot)vader Dries. Uiteindelijk eindigden ze als derde in een eindstand waarin Jan Lammers als 31e was terug te vinden, als teamgenoot van Alex & Fred van Breemen in hun Bentley 4½ Litre Blower. Een plekje hoger eindigden Thomas & Stefan Slijpen in hun Bugatti T43 Grand Sport, terwijl we drie plekken lager Ad van der Kroft in de Bentley 4½ Litre van Laurent Philippe terugvonden. De onverbeterlijke Van der Kroft stelde zijn racepensioen daarmee toch weer een jaartje uit. Jan Gijzen werd 43e in zijn Riley Imp. De ‘Nederlandse’ bijdrage aan plateau 2 betrof de Cooper T39 ‘Bobtail’ die jarenlang van Van der Kroft was geweest en nu in handen van Félix & Christian Godard tweede werden in de eindstand.
Meer Nederlandse aanwezigheid was terug te vinden in plateau 3. Daarin wisten Hans Hugenholtz en Emanuele Pirro zelfs de eerste race te winnen. Hun Lister-Jaguar ‘Costin’ was daarna niet even betrouwbaar meer, zodat het duo terugviel naar de zesde plaats in de eindstand. Karsten Le Blanc & Christiaen van Lanschot schitterden intussen in de regen, door hun Austin Healey 3000 ‘DD 300’ naar een ongelooflijke tweede plaats algemeen in de derde en laatste race te sturen. Dat leverde hen een vierde plek in de einduitslag op. Harold & Alexander Goddijn vonden we met hun Maserati 200S op de 26e plaats terug.
Na twee overwinningen voor GT40’s kwamen Alexander van der Lof en Yelmer Buurman bovendrijven in de derde race van plateau 4. Hun Ferrari 250 LM bleek daarin de sterkste, met op de vierde plaats een mooi resultaat voor Liam, Loris en Mike Hezemans en hun Bizzarrini 5300 GT. Jan Gijzen werd 41e in zijn Ferrari 275 GTB/4, de broers Robert & Bart Westerman eindigden als 49e in hun Porsche 911 2.0L. Door uitvalbeurten haalden de Hezemansen de einduitslag niet, evenmin als de GT40 van Hugenholtz/Pirro.
Ook in plateau 5 bleef een auto van de familie Hart aan de kant staan – en niet de minste. De andere Ferrari 512M van Niklas & Lukas Halusa had daardoor het rijk alleen. Met de Capri RS2600 van Jürgen Westphal eindigde David Verzijlbergen in de eerste twee races nog als 49e, maar de auto viel uit in de derde race. Ronald Lenters kwam met zijn De Tomaso Pantera helaas niet verder dan twee ronden.
In plateau 6 verweerde Jeroen Bleekemolen zich uitstekend in de Porsche 935 K3 van Tim Pappas: hen viel een zevende plaats algemeen ten deel en de eerste plaats in de IMSA GTX-klasse. Adrian van Hooydonk vonden we op de 26e plaats terug, in de BMW 3.0 CSL die de bij leven al legendarische BMW-ontwerper deelde met Bernd Georgi.
De familie Hart liet vervolgens op Imola verstek gaan, zodat de familie Hezemans de belangrijkste Nederlandse racefamilie op het Italiaanse circuit was. De Bizzarrini 5300 GT van Loris Hezemans leidde de volle Sixties Endurance-wedstrijd van twee uur. Door afwezigheid van zieke kleine broertje Liam moest Loris alleen rijden, maar daardoor maakte hij halverwege de race niet zijn verplichte pitstop. Het gevolg was dat hij een tijdstraf van drie ronden kreeg uitgereikt. Timmo Mol reed ook mee, samen met Uwe Kolb, maar hun Porsche 911 haalde het einde niet. Mol deed ook mee aan de 2.0L Cup om daarin zeer verdienstelijk als zesde te finishen.
In The Gentlemen Challenge kwamen we een Nederlandse deelnemer tegen in de vorm van Marcel Peter, die in de gele Austin Healey 3000 als 18e over de streep kwam in de zaterdagrace, terwijl hij op zondag als 17e eindigde. De Alfa Revival Cup was de lokale gast op het Peter Auto-programma op Ima, maar daarin maakte wel de vierde Nederlander zijn opwachting: André Kardol wierp zijn GT Veloce 2000 in de strijd tegen de snellere GTAm’s en GTA’s. Hij eindigde als beste Veloce-rijder op de 19e plaats.
Op de Oldtimer Grand Prix van begin augustus was de Nederlandse bijdrage net zo bescheiden, maar zeker niet ongewaardeerd. Zo verscheen Peter Stox met zijn BMW 320 WTCC in een royaal veld van 43 auto’s in de Tourenwagen Golden Ära. In de eerste race moest Stox al in de eerste ronde de pits opzoeken, zodat hij als allerlaatste zijn weg moest vervolgen, maar hij vocht zich terug naar de 23e plek. Op zondag lag hij na een geweldige openingsronde al negende, om daarna als achtste te finishen. Golden Ära organiseerde ook twee races voor de Porsche Classic Cup. Vick Schuijlenburg was daarvoor met haar Porsche 944 afgereisd naar Duitsland. In het veld met veel modernere en krachtigere Porsches had ze geen schijn van kans, maar het gaf haar wel de gelegenheid om de Nürburgring beter te leren kennen.
Luc Brandts deed met zijn Talbot-Lago mee aan de races van de Historic Grand Prix Car Association, die deze keer alleen met de auto’s met motor voorin naar de Nürburgring was gekomen. Op zaterdag werd Brandts 14e, maar op zondag kon hij helaas niet vertrekken. Ook in de kleinere monoposto’s kwamen Nederlanders aan de start. Bert du Toy van Hees reed in de kwalificatie schade aan de neus van zijn Martini-Alfa Romeo MK42 en moest van de kant toekijken hoe Patrick Andriessen zich op zaterdag naar de derde plaats vocht. Op zondag leek de Ralt-Alfa Romeo RT3 van Andriessen opnieuw aanspraak op die plek te maken, maar achterblijvers en een excursie door het gras zorgden ervoor dat de Nederlander terugviel naar de vijfde plaats.
In de FHR-races voor GT’s en toerwagens tot 1966 streden Jac & Ties Meeuwissen mee met hun Shelby Cobra Daytona Coupé, maar ook Bart Uiterwaal met zijn Ford Mustang. De Cobra Daytona bleek in de regen moeilijk in de hand te houden, waardoor de auto terugzakte van de 19e naar de 27e plek. Op droog ging het een stuk beter, met een prachtige tiende plek algemeen tot gevolg. Uiterwaal finishte als 35e en 33e en werd daarmee derde in zijn klasse.
.png)
