Fast Seventies: Gerd en Geert winnen op Dijon

411

De Dijon Motors Cup kende weer een aanzienlijk Nederlands gehalte met “plateaux” voor Fast Seventies met Triumph/MG Competitions, SuperSixties en YTCC. Met zijn lange rechte stuk is topsnelheid op Dijon belangrijk en het was Hans de Graaf’s Porsche die het hardste liep. Het spreekwoord zegt “hardlopers zijn doodlopers” en dat was deze keer het geval. De motor van de Vaillant-Porsche kon de hoge toerentallen niet bolwerken en begon halverwege race 1 omineuze geluiden te maken. Het was Gerd Rijper die profiteerde en de race naar zich toetrok, terwijl Hans de Graaf nog net de tweede plaats wist vast te houden, op 0,036 seconde voor Jan-Willem Oosterhagen in de eerste van de Escorts. Bij de kleine auto’s was Timo Span in de Mini Clubman net iets te snel voor Onno Vlaanderen in de Davrian, met Carst Span in zijn Cooper op p.3. De publieksfavoriet in deze race was de Fiat 850 Abarth van Claude Lange uit Luxemburg. Veel gang zet er niet in, maar hij kreeg wel applaus van het in groten getale aanwezige publiek. Een andere opvallende verschijning was de Arkley SS. De door Rinus Valenteijn opgebouwde racer met MG-techniek werd bestuurd door Kees Rozema, maar heeft nog wat ontwikkelingswerk nodig. Op deze baan waren de Lotus Elans heer en meester in het Britse klassement, Philippe Vermast voor Marcel Kutak, terwijl Laurence Nesbach goed gebruik maakte van de pk’s van zijn Morgan V8 om de derde plek te pakken. Rene Grüter was de snelste MG-man, voor Roland Blum en Melle van der Wal.

Race 2 werd gewonnen door Gerd Rijper in de Porsche RSR, maar de man van de wedstrijd was toch wel “Woeste Willem” Oosterhagen. Hij had het Nederkands kampioenschap al in de pocket, dus kon vrijuit racen. In zijn oranje Escort werd hij na 12 ronden trappen op minder dan een seconde achterstand afgevlagd. Marnix Dierick gaat steeds sneller in zijn Escort Mk2. Hij schaduwde Freddy van Sprundel gedurende de gehele race en gaf op de meet 0,9 seconde toe. Onno Vlaanderen reed voor wat hij waard was en wist Timo Span in het zicht te houden, maar kon net niet aanhaken. Bij de Britse bolides won Vermast voor Nesbach, met Grüter deze keer op plaats 3. De Duits-sprekende MG rijders gaan sowieso goed dit jaar, want Roland Blum en Nicolas Jaekel eindigden voor Melle van der Wal, Robin Rozema en Albert van der Wal.

Of het iets met de naam te maken heeft of met een gebrek aan hoofdhaar weten we niet, maar ook de derde race werd gewonnen door een kale man, deze keer niet genaamd Gerd maar Geert. De omstandigheden waren nu anders, de rondetijden een stuk hoger en de pk’s speelden een ondergeschikte rol. Het was Rijper die de kop nam met de Porsche, gevolgd door de Escort-trein Van Sprundel, Oosterhagen, Dierick en Boels. Freddy van Sprundel nam vervolgens de leiding met Geert Boels in zijn kielzog. In de zevende ronde nam Boels de leiding en werd daarna niet meer bedreigd, terwijl Oosterhagen de tweede plaats overnam van Van Sprundel. Een verdiende overwinning voor de sympathieke rijder uit België. De Mini’s gingen stuk en daardoor was Onno Vlaanderen’s Davrian nu de eerste kleine auto aan de meet. Bij de Britse auto’s werd de top-3 deze keer gevuld door MG’s: Grüter voor Jaekel en Robin Rozema.

IMG 20241008 WA0002

Volledige uitslagen: its-results.com