HARC mikt op groei historische autosport en meer samenwerking

935

De historische autosport kon de afgelopen twee coronajaren niet zoals de moderne autosport profiteren van allerlei uitzonderingen op reisbeperkingen. Daardoor werden vele evenementen afgelast of moesten ze op z’n minst achter gesloten deuren plaatsvinden. Desondanks bleef de historische autosport aan belangstelling winnen. De Historische Auto Ren Club (HARC) wil daar in Nederland een stimulerende rol in spelen. Met HARC-voorzitter Jan-Wim Stals blikken we terug op de lastige jaren 2020 en ’21 en kijken we vooruit op de activiteiten die de HARC in petto heeft voor 2022 en verder.

De extra hindernissen voor de historische autosport – die als amateursport gewoon de regels van het dagelijkse bestaan moest volgen – hebben zich in 2020 en ’21 flink laten gelden. Binnenlands waren er nog wel beperkt wedstrijden mogelijk, doorgaans zonder publiek. De instroom van buitenlandse raceklassen, toch vaak nodig om een evenement succesvol te maken, stond daarentegen geregeld onder druk. Ook konden Nederlandse raceklassen vaak niet op reis naar omliggende landen. Dat leidde in binnen- en buitenland tot afgelastingen of uitgestelde evenementen. Toch ziet Stals voor de HARC aardig wat lichtpuntjes als hij terugkijkt op 2020 en ‘21.

Op alle fronten groei
“Net als voor iedereen waren de afgelopen twee jaren moeilijk”, zegt de HARC-voorzitter. “Zoals ik in onze brief aan de leden schreef: het waren ‘jaren als geen ander’. Dus in algemene zin waren 2020 en 2021 zeker niet positief voor de sport. Maar ook al waren er de nodige kunstgrepen en schijnbewegingen nodig, toch kijkt de HARC terug op twee succesvolle jaren. We streven al een tijdje groei na en dat is eigenlijk op alle fronten gelukt. We hebben meer leden gekregen: voor het eerst zijn we de grens van 1000 gepasseerd. Daarnaast hebben we meer deelnemers en sponsoren mogen begroeten in de racegroep die we zelf organiseren, het NK HARC 82-90. De Vrienden van de HARC, onze businessclub die jarenlang uit zo’n 30 leden bestond, heeft er nu rond de 40. En na 15 jaar zijn we van hoofdsponsor gewisseld. Dat was spannend, zo’n overstap in een coronajaar, maar we zijn heel blij met TKH.”

Ondanks alle beperkingen heeft de HARC zijn eigen evenementen in de afgelopen twee jaar redelijk kunnen organiseren, vindt Stals. “Los van de Historic Grand Prix en de Historic Zandvoort Trophy heeft vooral Vrij Rijden een enorme groei doorgemaakt. Op deze zes trackdays per jaar kwamen altijd zo’n 70 rijders af, maar in de afgelopen jaren waren dat er steevast tussen de 100 en 120. Soms hebben we er zelfs een stop op moeten zetten. Wat wel zeer teleurstellend was: we konden geen publiek verwelkomen. Enorm jammer, want we zijn een club waarvan de grootste groep leden zelf niet racet. Maar zij zorgen wél voor enthousiasme en sfeer. Dat maakt vaak net het verschil met een competitie die alleen uit rijders en hun aanhang bestaat. Het werd dus kaal op de paddock en dat was enorm spijtig. Het was best moeilijk om onze leden erbij te blijven betrekken, maar dat moet je toch doen. We hebben ze bijvoorbeeld het boek ‘Formule Eens’ aangeboden. Je moet laten zien dat je er bent en dat je je leden waardeert.”

Meer interesse voor historische autosport
Stals stelt dat de HARC ondanks de pandemie een financieel gezonde vereniging is gebleven. “Dat is vooral te danken aan inventiviteit: hoe kun je dingen tóch doen, maar dan anders? Daar heb je wel samenwerking met Circuit Zandvoort voor nodig. Zo konden we onze Historic Zandvoort Trophy op één dag laten plaatsvinden in plaats van twee. En het circuit stak de handen uit de mouwen om de Historic Grand Prix ondanks het gedwongen afhaken van de Britse raceklassen tijdig om te turnen in de Zandvoort Race Classics, met onze oosterburen als gast. We kijken ernaar uit om het contact met Circuit Zandvoort verder in te vullen. Voor de Historic Grand Prix hebben we nu een andere rol op ons genomen. De HGP is van oudsher natuurlijk een HARC-evenement, waarvoor we altijd het grootste deel van de organisatie op ons namen. Maar door de veranderingen op het circuit wilden zij meer naar zich toetrekken – begrijpelijk natuurlijk. Nu zijn we voor drie jaar overeengekomen dat wij de TC en de inschrijving doen van alle 350 deelnemende auto’s. Die inschrijving gaan we digitaal doen via onze Q-Control-oplossing. Daarvoor zetten we binnenkort de puntjes op de i.”

Ziet Stals ook redenen voor het feit dat die groei in coronatijd is doorgezet? “We komen meer naar buiten in allerlei media, van Autovisie en RTL GP Magazine tot De Telegraaf en START’84. En we zijn heel actief op social media. Onze Facebook-pagina groeit gestaag naar de 3000 volgers, ons Instagram-account is in een jaar tijd van 750 naar 1000 volgers gegroeid. Maar de rode draad is dat er meer interesse is in de historische autosport. Ook bij jongere generaties. In de afgelopen jaren zagen we dat onze sport aan het vergrijzen was. Daarom zijn we begonnen met het NK HARC 82-90 als nieuwe instapklasse. Die appelleert aan de nostalgie van een jongere generatie. We zitten nu boven de 30 deelnemers, met uitschieters boven de 40. Er is steeds meer interesse van jongere deelnemers, velen van hen rijden inmiddels mee. Ik ben blij met de vele extra vrijwilligers die actief zijn om dat allemaal voor elkaar te krijgen. Het was al met al een vreemde periode, maar het heeft voor de HARC goed uitgepakt.”

Nieuwe plannen
De HARC wil al deze lijnen in 2022 doortrekken, maar ook nieuwe activiteiten ontplooien, aldus Stals. “Nu er weer publiek wordt toegelaten, willen we meer publiek naar onze evenementen trekken. Daarvoor zijn we niet alleen actief op het circuit, maar ook op beurzen. Dat laatste kon natuurlijk niet tijdens corona, maar dat gaan we nu oppakken. Daarnaast blijven we ons richten op de 90% leden die niet actief rijdt. Die groep willen we groter maken door meer communicatie. We zijn bijvoorbeeld in zee gegaan met Octane als nieuw ledenblad. Voor de Vrienden van de HARC willen we weer meer bijeenkomsten organiseren onder de naam ‘Pitstop’. We richten ons op twee à drie keer per jaar, waarbij we de vrienden actief betrekken en ook zelf in een raceauto zetten! Verder willen we het NK HARC 82-90 laagdrempelig houden en de instroom van jongere coureurs uitbreiden. Binnenkort is er weer een informatieavond, waarop we in contact hopen te komen met weer een grotere groep belangstellenden.”

Een geheel nieuw idee uit de koker van de HARC is de Compactklasse tot 1300 cc. Stals: “Daar waren we onder de waterlinie al een tijdje mee bezig. Vergelijk het met de Kampf der Zwerge in Duitsland. Als je ziet hoeveel enthousiasme die klasse oplevert! Ik rij zelf in een Toyota Starlet, ook een kleintje, en ben altijd verbaasd over hoeveel leuke reacties ik daarop krijg. We hebben een lijst opgesteld: er zijn meer dan 100 auto’s die in aanmerking komen en tegen relatief weinig kosten kunnen racen. Dus ze maken onze racegroepen ook nog eens laagdrempeliger. In het NK HARC 82-90, maar ook in het NK GTTC zijn de auto’s tot 1300 cc nog ondervertegenwoordigd, maar zijn er gewoon. Ze moeten alleen worden afgestoft! Het is een hoopvol teken dat we op onze Vrij Rijden-dagen steeds meer kleintjes zien verschijnen. Daar is Vrij Rijden ook voor: kijken hoe je auto het doet buiten de druk van een raceweekend om, andere mensen leren kennen die je vervolgens verder helpen. Niet voor niets zien we steeds vaker auto’s van Vrij Rijden doorgroeien naar een racegroep.”

Samenwerken waar het mogelijk is
Tot slot blijft de HARC gericht op samenwerking, vertelt Stals. “We gaan weer evenementen oppakken waarop we samenwerken met andere partijen, zoals de Nationale Oldtimerdag met 402 Events. Verder willen we onze vleugels uitslaan door meer contact met buitenlandse clubs. Een eerste aanzet is een NK HARC 82-90-wedstrijd op Hockenheim, maar we willen ook diverse buitenlandse racegroepen naar onze evenementen krijgen. Verder blijven we altijd in gesprek met de andere Nederlandse racegroepen voor een gezamenlijke aanpak waar mogelijk. Zo kunnen we elkaar versterken op het gebied van organisatie, inkoop en communicatie met het publiek. De moderne autosport heeft het moeilijk, je ziet de startvelden slinken. De historische autosport zit juist in de lift, we merken dat we vaker worden benaderd. Daar kunnen we in gezamenlijkheid beter op inspringen. Het gaat erom dat we er een leuker en beter geheel van maken, zonder dat wij daar als HARC meteen de hoofdrol in nemen – want dat willen we echt niet. Als er goede dingen uitrollen waar we allemaal baat bij hebben, is het winst voor iedereen.”