De Tabac Classic GP Assen was weer een geslaagd evenement. We blikken terug op de races.
Het was vroeg opstaan voor de Fast Seventies coureurs want de eerste race startte al om tien over 8 op zaterdag. Helaas was nog niet iedereen goed wakker, hetgeen halverwege leidde tot wat blikschade en uitvallers. Wim Kuijl was in de kwalificatie sneller geweest dan Daniel Schrey in de Porsche 911 K1 en liet zien dat dat geen toevalstreffer was, hij leidde de race van start tot finish in de Ford Capri RS3100. Achter Schrey was het Manfredo Rossi Di Montelera in een Groep 4 Porsche 930 die de derde podiumplaats claimde. Op de BMW CSL van Cees Lubbers stonden maar liefst drie rijders ingeschreven, naast Cees waren dat Arie Ruitenbeek en Cor Euser. Voor het resultaat maakte het niet zoveel uit zo zou blijken, in dit geval was dat een vierde plaats. Manfred Pledl uit Oostenrijk was dit weekend de snelste Escort coureur en eindigde als zesde in zijn RS1600, met Jan-Willem Oosterhagen op P.7, terwijl die het toch met een nokkenas minder moet doen. Een leuke nieuwkomer was Dominique Holvoet, telg uit de bekende Belgische Toyota-racefamilie, met een zeer fraaie Celica. In de kleine klasse was het Ferron Mulder, die debuteerde in de door Span Performance op punt gezette Mini Clubman 1275GT van Cees Lubbers. Dat was duidelijk goed gedaan want Timo, Carst en Klaas Span hadden alle drie het nakijken! Onno Vlaanderen in de Davrian kon Ferron bijhouden, maar helaas gaf het Imp-motortje na drie ronden de geest.De St. Paul Capri’s hadden een zwaar weekend, met ook twee Belcar races op het programma. In race 2 was zodoende alleen Audrey van Ham nog van de partij. Schrey, Rossi Di Montelera en Lubbers schoven een plekje door en bezetten het podium. Het leek even een compleet Porsche feestje te gaan worden, want Hans de Graaf had gedurende enkele ronden de derde plaats in handen. Uiteindelijk werd hij zesde, want ook Gerd Rijper in de Porsche RSR en Manfred Pledl in de Escort RS kwamen voorbij. Jan-Willem Oosterhagen werd opnieuw zevende, de race was te kort voor de achteraan gestarte Marcel Frijlink (Escort RS1600) om hem binnen te hengelen. Marcel werd negende achter Ansgar Massman in een Porsche 911. Ferron Mulder was opnieuw de eerste Mini, gevolgd door Timo, Carst en Klaas Span, met Pascal Grymonprez als hekkensluiter in de Simca Rallye.
De derde race laat op de zondagmiddag race kende een wat kleiner deelnemersveld. Schrey reed weg in de 915 K1, Euser volgde op gepaste afstand in de CSL. Daarachter ging het tussen Rijper, Pledl en de Graaf. Helaas moest Hans na 8 ronden de pits opzoeken. Zo was het Gerd Rijper die zijn weekend kon afsluiten met een podium. Pledl was te snel voor Frijlink, zij eindigden op de plaatsen 4 en 5. “Woeste Willem” Oosterhagen had een momentje toen hij Michel Vereeken uitremde in de GT-bocht. Hij remde extreem laat, Vereeken probeerde mee te gaan maar kreeg een overstuur momentje. Oosterhagen gaf ruimte, maar kwam op het gras en spinde. Dat kostte hem veel tijd, maar hij ging er goed voor zitten en wist Geert Boels (Escort), Lex Proper (911) en ook Vereeken (Escort) weer te passeren en zo de zevende plaats terug te veroveren. Ferron Mulder was opnieuw de winnaar in de kleine klasse, Timo Span gaf uiteindelijk zeven seconden toe. Klaas Span was derde en Grymonprez vierde.
Het was weer volle bak bij Historic Monoposto Racing, met het maximaal toegelaten aantal van 41 auto’s op de baan. De Reynards uit de ’80-er jaren waren de pacesetters. Philipp Menzner, Stefan Krämer en Tony Walsh mochten na afloop van Race 1 naar het podium, nadat Andreas Menzner een tijdstraf kreeg voor contact met een andere deelnemer. Henk van der Spoel startte achteraan en was na 20 minuten opgestoomd van plaats 41 naar plaats 11. Bij de oudere 2-liters was Geert Wynants vooraf favoriet, hij had zelfs de overall pole gezet, maar aan de meet waren het Peter Drennan, Kees van der Wouden Jr. en Charlie Linnane die het eremetaal verdeelden. Opvallend is dat al deze mannen in Royales rijden. Bob Crombag kwam als eerste 1600 aan de finish in zijn Crosslé 55F, voor oude rotten Roel Mulder (PRS RH02) en Carly Meskes (Van Diemen RF80). Nigel Adams won de klasse voor de oudste 1600’s in zijn Lotus 61 en de Zweedse familie “Veete” werd gewonnen door Melwin Nilsson, met een voorsprong van een have seconden op Stefan. In race 2 waren de Reynards van Färber Motorsport niet te kloppen, Philipp Menzner won de race voor Andreas. Stefan Krämer eindigde op plek drie en Henk van der Spoel als vierde. Kees van der Wouden was deze keer Charlie Linnane en Peter Drennan te vlug af. Tim Roser stuurde zijn Swift FB89 naar de winst bij de Formule Ford 1600’s, voor Bob Crombag, Roel Mulder, Carly Meskes en Nigel Adams. Bij de Formule Vee’s was er revanche, Stefan Nilsson (BMVee) pakte deze keer de winst, voor Melwin in de Kaimann.
In de Lurani Trophy wordt gestreden om het Europees Historisch Kampioenschap voor Formule Juniors, waarbij het er vooraan zeer serieus aan toegaat. Gelukkig is er ook plaats voor de echte amateurs en de wat oudere auto’s, die niet zo snel zijn. De meest bijzondere deelnemer was Franco Scapini, ex-F3, F3000 en F1 testrijder, maar debutant in de serie met een geleende De Tomaso. In de eerste race werd er heftig gestreden tussen Manfredo Rossi Di Montelera in een Lotus 22, Callum Grant in een Merlyn Mk5/7 en Danny Baker in een Lotus 27. Baker leidde de eerste twee ronden, daarna Grant, toen weer Rossi Di Montelera en uiteindelijk toch Grant. In race 2 had Grant een klein overwicht, terwijl Baker en Rossi Di Montelera de tweede plaats betwistten. Aan de finish zaten ze alsnog binnen drie seconden van elkaar. Floris-Jan Hekker behaalde twee klasse-overwinningen in zijn Cooper-Rayberg. De andere debutant in de serie was Charly Bastiaanssen, die in zijn Taraschi zijn eerste race-ervaring opdeed. Vanwege Goodwood volgende week was het veld niet zo groot, maar we hopen dat de Lurani Trophy in de toekomst met meer deelnemers naar Assen komt.
Met 45 auto’s op de grid was de Belcar Historic Cup het grootste starveld van het weekend. Wim Kuijl nam de leiding van de eerste race met de Capri RS3100, maar het was Erik Qvick die de race won in zijn BMW E36 STW. Kop Koppejan reed een sterke race, van plaats 7 naar de derde podiumpositie in zijn Mercedes 190 Evo 1, tevens een klasse-overwinning. In race 2 leek het Wim Kuijl dan toch te gaan lukken, maar na 12 ronden ging de Capri stuk. Qvik nam over en had na 16 ronden racen een minuut voorsprong op Tim Kuijl (BMW E46) en Luc Moortgat (Porsche 964). Koppejan reed daarachter op p. 4, maar moest de Benz na veertien ronden parkeren. En natuurlijk waren Vick en Jeff Schuijlenburg ook weer van de partij met hun Porsche 944.
In de ADAC Graf Berghe von Trips Pokal was Patrick Andriessen goed onderweg in zijn Ralt RT3/83. In beide races ging hij aan de leiding, maar moest hij uiteindelijk zij meerdere erkennen in Daniel Hornung in zijn nieuwere generatie Dallara F388. Bert Du Toy van Hees eindigde in de eerste race als zesde in de Martini MK42, maar viel uit in Race 2. Roel Mulder was ook hier weer van de partij met zijn PRS en pakte twee tweede plaatsen in de klasse.
Veertig autootjes met een cilinderinhoud van 1300 cc of minder kruisten de degens in de Kampf der Zwerge. Race 1 werd gewonnen door Gregor Nick in een Mini Cooper, op slechts 0,1 seconde gevolgd door Christoph Wilde in een Simca Rallye 2. Derde was Andrea Tessaro in een Fiat Abarth TCR. In race 2 bedroeg het verschil op de meet tussen Nick en Wilde 0,3 seconden. De derde plaats was nu voor Dietz-Angelberger met een NSU TT. De Nederlandse eer werd verdedigd door Joop en Jan Schouten in hun Fiat Abarth 1000 TC’s.
De Tourenwagen Legenden zijn spectaculair vanwege de twee C-klasse DTM auto’s, die zeer luidruchtig en snel zijn. Die van Mücke was in de qualy maar liefst tien seconden sneller dan de tweede snelste, een Porsche 997 (sinds wanneer is een Porsche een toerwagen?) en meer dan een minuut sneller dan de 19e en laatste deelnemer die in een (legendarische) Ford Fiesta reed. Matthias Nonn en Mike Torwesten wonnen elk een race in een Porsche, Thilo Goos de derde in zijn C-klasse DTM. Ko Koppejan behaalde twee klasse overwinningen in zijn Mercedes 190 Evo 1.
Natuurlijk waren er op Assen ook motorfietsen en diverse demo’s, onder andere van de Lotus 97T ter nagedachtenis aan Ayrton Senna. Klaas Zwart was ook weer van de partij, voor een aanval op het ronderecord met zijn Jaguar F1. Hij kwam vele seconden tekort op het bestaande record van Ingo Gerstl in de Toro Rosso. Niettemin was het geluid van de huilende V10 zeer de moeite waard, vooral als wake up-call op zondagochtend om half 9!(foto's: Tabac Classic GP Assen)