George Koopman deelt zijn belevenissen van de recente HARC Trackday Friends & Family met ons. Het lukte hem zelfs om vanaf de bijrijdersstoel wat actiefoto's te maken!
Recent kwam een uitnodiging voor deelname aan de HARC Vrijrijdendag op vrijdag 10 oktober in mijn digitale brievenbus. Onze oud-HARC voorzitter Jan-Wim Stals nodigde mij uit om met hem, als passagier, mee te rijden op circuit Zandvoort. Hiermee kan je een autosportliefhebber, die nog nooit een serieus rondje op Zandvoort had gereden, niet blijer maken.
Mijn dag begon in de HARC pitbox, waar alle deelnemers hartelijk werden ontvangen om zich in te schrijven. Ook als passagier moest je natuurlijk het formulier ondertekenen. De sessies werden verdeeld over de verschillende groepen. Er waren ruim 20 straatauto’s in Groep 1, ruim 50 raceauto’s in Groep 2 en 3 (zonder en met racelicentie) en een tiental monoposto’s in Groep 4. Met alle aangemelde passagiers kwamen we op zo’n 110 deelnemers deze dag.
De sfeer op zo’n dag is relaxed, er wordt veel gelachen, stoere verhalen verteld en technische details gedeeld. Het publiek kan ook overal rondlopen, plaatjes schieten en vooral genieten. De stress die normaal op wedstrijddagen te voelen en te zien is, ontbreekt. Niemand hoeft tussen 2 races door onderdelen te vervangen, benzine af te meten of de baancondities te doorgronden. Er liepen ook verschillende families rond, gewoon de sfeer te proeven en de opgewonden zoontjes dingen aan te wijzen.
Jan-Wim Stals ging me meenemen in een Volkswagen Polo in een (ongeracete) Cup-versie. Met helm op, maar verder in mijn gewone straatkloffie, gingen we eerst even passen in de passagierstoel, de riemen strak afgesteld. Na een paar solo rondjes om de auto op te warmen, kwam Jan-Wim weer binnen. En terwijl ik me met camera installeerde in mijn stoel, werd even snel de bandenspanning gecontroleerd. Jan-Wim stapte weer in en reed de pitstraat uit. Dan gaat het gelijk volgas, de Gerlach door en de Hugenholtzbocht in. Als je op tv onboards van Max of iemand anders bekijkt van die bocht, zie je de banking en de lijnen. Vanuit de auto zie je hetzelfde, maar voel je iets totaal anders. Je wordt hard in de stoel geduwd, de banden voel je de grip zoeken, de auto hangt vervaarlijk scheef en de rijder stuurt met korte bewegingen de auto helemaal tot bovenin de banking. En omdat zo’n Cup-Polo natuurlijk geen dempingsmateriaal heeft, hoor je de auto piepen, kreunen, gieren door de bocht. Verrassend genoeg merk je weinig van de kerbs. Met de grote snelheid hoor je de banden eroverheen rattelen, maar de auto rijdt er strak overheen. Op het Scheivlak schuif je bijna uit de stoel, zo’n hoge snelheid heb je daar. En ik heb met grote verbazing gekeken welke lijnen er achterop het circuit gereden worden, bocht 9 en 10 zijn bijna blind, dus daar stuur je op ervaring doorheen in plaats van op zicht. En die lijnen zijn een stuk ruimer dan je zou denken, waarmee precies op het juiste moment de kerbs worden geraakt. Vervolgens bij de Hans Ernstbocht hang je compleet in de riemen in de remzone, om dan op drie wielen dwars door het opgeworpen grind op de baan heen te blazen. Een normaal mens zou misschien het grind willen ontwijken, maar hier ligt altijd grind op de baan en de heren en dames coureurs zijn het gewend. In de Luyendykbocht is de banking minder spectaculair dan in de Hugenholtz, mede ook omdat je in deze auto’s veel lager in de bocht zit.
Omdat je natuurlijk met 50 andere auto’s op de baan zit, allemaal bereden door meer of minder ervaren rijders, rijdt je regelmatig net voor, achter of naast een andere auto. De afstanden die daarbij worden aangehouden leveren je op de openbare weg menig bekeuring op. Ook dit is iets waar je echt aan moet wennen. Jan-Wim reed hard, maar met voldoende marge om ook onverwachte bewegingen van andere deelnemers te kunnen ontwijken. De regels zijn eigenlijk heel simpel, de auto voorop rijdt de normale lijn, de auto erachter moet heel duidelijk inhalen. En ondanks dat er geen racesituaties ontstaan met laatste moment uitremacties, weten sommige autos elkaar toch in de weg te rijden of zelfs te raken. Met aanrijdingen en technische uitval staan er soms autos op de racelijn of andere gevaarlijke plekken. Een aantal rode vlaggen en/of code 60 signalen zijn normaal op een dag als deze.
Na een tiental spectaculaire en uiterst vermakelijke rondes is onze sessie helaas weer voorbij. Voor Jan-Wim routine, lijkt het, maar ik kom met de grootste glimlach uit de auto en stuiter nog uren na van plezier. Na nog wat plaatjes gemaakt te hebben van de volgende sessies ga ik weer huiswaards, rustig rijdend en afstand houdend, maar stiekem denk ik hier een daar wel “deze rotonde kan sneller” of “rij eens door daar voor me”.
Nogmaals mijn dank aan de familie Stals, die me een geweldige dag hebben bezorgd. Zo’n vrijrijdendag, al is het ‘alleen maar’ om mee te rijden, is een aanrader voor iedere autosportliefhebber. En wie weet wordt mijn volgend verslag vanachter het stuur?
George Koopman