De landgenoten die zich internationaal willen meten in de historische autosport, konden afgelopen weekend kiezen. De 77th Members’ Meeting op Goodwood of de Espiritú de Montjuïc op het circuit van Barcelona? De meesten kozen voor Engeland, maar juist de Goodwood-succesfamilie Hart toog naar het zuiden voor het openingsweekend van Peter Auto.
De landgenoten die zich internationaal willen meten in de historische autosport, konden afgelopen weekend kiezen. De 77th Members’ Meeting op Goodwood of de Espiritú de Montjuïc op het circuit van Barcelona? De meesten kozen voor Engeland, maar juist de Goodwood-succesfamilie Hart toog naar het zuiden voor het openingsweekend van Peter Auto.
Daar werd het een weekend van wisselend fortuin voor David en Olivier Hart. Beide races voor het Iberisch historisch GT-kampioenschap wisten ze vrij moeiteloos op hun naam te schrijven, in de Ford GT40 die vorig jaar nog op de Members’ Meeting won. Vervolgens werd David Hart in de CER1-race met zijn Lola T70 Mk3B tweede achter de Porsche 917 van Claudio Roddaro. Maar de mooiste zege (die op de foto hieronder) moesten ze inleveren: na de Sixties Endurance-race stonden ze weliswaar op het hoogste treetje van het podium, maar daarna volgde de diskwalificatie. Zo ging de zege naar die andere Cobra van zuiderburen Christophe van Riet en Thierry de Latre du Bosqueau.
Jan Gijzen reed in diezelfde race naar een keurige 18e plaats in zijn Lister Knobbly, zoals gebruikelijk vergezeld door zijn Belgische co-equipier Anthony Schrauwen. Met zijn trouwe Ferrari 275 GTB4 perste Gijzen er ook een vijfde en derde plaats uit in de Greatest’s Trophy. Diverse Nederlanders die vorig jaar nog vaste klanten waren van Peter Auto – Armand Adriaans, Pascal Pandelaar, Michiel van Duijvendijk, Erwin van Lieshout – waren er deze keer niet bij, zodat het weekend een aanmerkelijk minder Nederlands tintje had dan anders.
Op Goodwood waren er meer landgenoten, ondanks de afwezigheid van de Harts. En ze vielen nog regelmatig in de prijzen ook: drie keer een derde plaats was het resultaat. Hans Hugenholtz werd in de Gurney Cup derde in zijn Ford GT40, terwijl Roelofs Engineering met beide Ferrari’s naar het podium reed: eerst lukte dat Alexander van der Lof in de Ferrari 340 F1, daarna James Cottingham/Nicky Pastorelli in de 250 GTO/64. In diezelfde Graham Hill Trophy finishten Van der Lof en diens schoonzoon Yelmer Buurman bovendien als achtste in hun Bizzarrini 5300 GT.
In de Parnell Cup waarin Van der Lof derde werd, waren nog twee Nederlandse deelnemers. Luc Brandts reed de race uit in zijn prachtige Talbot T150C, maar Ivo Noteboom kwam in de Maserati 6CM van Ton Blankevoort helaas niet verder dan de training. In de speciale Mini-race zorgde René de Vries voor de Nederlandse noot. Jammer genoeg wist hij zich niet te plaatsen voor de finale op zondag. In zijn heat werd hij 17e, terwijl de eerste 15 doorgingen. De Talbot AV90 van Lucas Slijpen wist niet het einde te halen in de John Duff Trophy voor sportwagens van eind jaren twintig.