In de internationale historische autosport van de afgelopen weekenden viel de familie Hart op Paul Ricard uitbundig in de prijzen, samen met Jan Gijzen, maar op de Goodwood Revival mochten de Nederlanders helaas geen sigaren opsteken.
David & Olivier Hart waren na hun succesvolle weekend op het Silverstone Festival meteen doorgereisd naar Zuid-Frankrijk voor de Dix Mille Tours, het Peter Auto-evenement op Paul Ricard. Daar voegde Bram Bontrup zich bij hen, de landgenoot die dit jaar samen met Bas Jansen bij DHG Racing is gaan rijden.
De Harts waren in hun Courage C60 twee keer succesvol in de Endurance Racing Legends, waarin ze twee keer als derde over de finish kwamen. Dat trucje herhaalden ze in de Groep C-races. In de ex-Euser/Zwolsman Lola-Cosworth T92/10 werden ze op zaterdag tweede en op zondag derde. De enige tegenslag op sportwagengebied volgde in CER1, waar hun Lola-Chevrolet T70 Mk3B het einde niet haalde.
In de Sixties Endurance stapte Hart Jr in bij Bontrup, waarna hun AC Cobra naar een mooie vierde plaats reed. Groot succes was er in die race voor Jan Gijzen, die met zijn Vlaamse teamgenoot Anthony Schrauwen naar de overwinning in de GT3-klasse reed. In hun Austin Healey 3000 waren ze de klasseconcurrenten ruim te snel af. Bontrup reed vervolgens met de Ford Mustang naar een tweede plaats in de Classic Touring Challenge. Na vele successen eerder in het seizoen moest David Verzijlbergen deze keer helaas opgeven in de 2.0L Cup voor Porsche 911’s.
Nu de Harts niet meer voor de Revival worden uitgenodigd, zou het een stuk moeilijker worden om opnieuw Nederlandse podia op Goodwood te begroeten. Dat kwam er dan ook niet van. Toch waren er in de stromende regen op het Zuid-Engelse circuit een paar mooie resultaten te noteren.
De opvallendste kwam van Yelmer Buurman en Alexander van der Lof, die zich in het geweld van de Stirling Moss Memorial Trophy voor pre-63 GT’s staande wisten te houden en hun Ferrari 250 GT SWB/C naar een negende plaats stuurden. Zij vormden niet de enige Nederlandse aanwezigheid in deze race, want Hans Hugenholtz deelde zijn RTH 250 GT SWB/C met Emanuele Pirro op weg naar de 15e plaats, twee plekjes voor Karsten Le Blanc en Christiaen van Lanschot, die hun ouwe getrouwde Austin Healey 3000 Mk1 naar een zeer verdienstelijke 17e plek loodsten. ‘DD 300’ eindigde daarmee slechts drie plaatsen achter de Healey-kanonnen Richard Woolmer/Joseph Willmott van wie Woolmer de show stal door de Big Healey in de regen helemaal dwars te gooien.
Van Lanschot kwam opnieuw aan de bak in de St. Mary’s Trophy voor toerwagens uit begin jaren zestig. In de Alfa Romeo Giulia GTA die hij deelde met Emanuele Pirro kwam hij in de ‘eigenarenrace’ als 23e over de streep, een eind verwijderd van de snelste GTA van het veld, die op zaterdag in handen van Frank Stippler de race van de beroepscoureurs had gewonnen, nipt voor de Plymouth Barracuda van Jake Hill, en met eigenaar Alex Furiani aan het stuur zesde was geworden.
Luc Brandts was er na Silverstone ook weer bij op Goodwood en weerde zich kranig in de Goodwood Trophy voor GP-auto’s en voiturettes tot de jaren vijftig: in zijn Talbot-Lago T26C werd hij 20e. Bijzonder was de verschijning van de Nieuw-Zeelandse Vanguard RA4, een Auto Union-achtige GP-auto waar waarschijnlijk tot dit weekend zéér weinigen van hadden gehoord.
Spijtig genoeg kon de Larkens-JAP van Mike Doodeman niet aan het vertrek staan voor de Earl of March Trophy voor 500cc F3’s, de wedstrijd die in de zwaarste omstandigheden van het weekend werd verreden. Het werd een voortijdig afgebroken ‘speedboatrace’ waarvan de overwinning toepasselijk naar Tom Waterfield in zijn Cooper-Norton MkVIII ging.