David Verzijlbergen en Jan Schouten waren op Dijon de enige Nederlanders die voor prijzen in aanmerking kwam, maar in Grand Prix de l’Age d’Or van Peter Auto wisten beiden dan ook meteen het podium te beklimmen. Verzijlbergen werd samen met Lukas Bucher derde in de 2.0L Cup, terwijl Schouten een klassepodium liet noteren in de Heritage Touring Cup.
Voor Verzijlbergen was ’t het eerste podium dat hij in de 2.0L Cup in de wacht sleepte. In de wedstrijd voor Porsche 911’s van de eerste generatie hielden hij en teamgenoot Bucher het sterke Britse duo Oliver Bryant/Andrew Smith achter zich, terwijl ze alleen twee andere Britse tandems (Seb Perez/George Gamble en Mark Sumpter/Andrew Jordan) voor zich moesten dulden. Bovendien trokken Bucher en Verzijlbergen de winst in de GTL-ELI-klasse naar zich toe. Eerder hadden Bucher en Verzijlbergen op Spa een zesde plaats weten te behalen, in een race waarin Erwin van Lieshout als 13e eindigde.
Schouten had al eerder op het podium gestaan in de Heritage Touring Cup en wist die prestatie op Dijon te herhalen. Met de BMW 635 CSi werd hij derde in de Groep A-klasse, achter twee andere CSi’s, waarvan die van Jean-Lou Rihon/Nick Padmore de sterkste bleek. Dat was een opsteker voor Schouten en de auto van Vink Motorsport, die op Spa nog een uitvaller was. Ook Armand Adriaans viel op Spa in de eerste wedstrijd uit, maar wist in zijn CSi in de tweede race wel naar een 14e plaats te rijden – en net als Schouten op Dijon de derde plaats in de Groep A-klasse te bemachtigen.
Behalve Verzijlbergen en Schouten was op Dijon alleen Hans Hugenholtz namens Nederland aanwezig. Met de Ferrari 250 GT SWB in Racing Team Holland-kleuren reed hij op uitnodiging mee in de Greatest’s Trophy, om daarin twee keer vijfde te worden. Op Spa had Hugenholtz nog een zevende en een vijfde plaats behaald. Jan Gijzen werd op Spa intussen twee keer 11e met zijn Ferrari 275 GTB/4.
David Hart was op Dijon niet aanwezig, maar op Spa reed hij in de Sixties Endurance wel naar een vierde plaats in zijn Bizzarrini 5300 GT. Armand Adriaans en Ad Verkuijlen reden met hun Shelby Mustang GT350 naar de 26e plaats, terwijl Jochem Kentgens en Mike van Thiel in hun 'Morgan with a Mission' als 49e over de streep kwamen. In de Lola T92/10 kwam Hart twee maal niet aan de finish in de Group C-races.
Vorig weekend was er tijdens het Masters Historic Festival op Brands Hatch slechts een bescheiden Nederlandse bijdrage, al verzorgde de in Nederland gevestigde YTCC een deel van het programma, naast de vijf Masters-grids zelf. Ron en Anita Renes namen hun Sunbeams mee naar Engeland en reden in de YTCC-races naar een tiende en 11e plaats (Ron) en een 13e en 14e plaats (Anita).
Op Monaco deden Frits van Eerd, David Hart, Ivo Noteboom en Lucas Slijpen mee aan de Grand Prix Historique. De laatste twee deden dat in de vooroorlogse race, met respectievelijk hun Maserati 6CM en Amilcar C6, Hart en Van Eerd hadden beiden pech doordat ze niet konden starten aan hun race. Hart crashte zijn Maserati 300S in de kwalificatie, terwijl Van Eerd met zijn Williams FW08 niet verder kwam dan de opwarmronde. Gelukkig voor Van Eerd kon hij wel racen met de Fittipaldi F7 waarmee hij al eerder aan Monaco had deelgenomen. Daarin reed hij naar een sterke zesde plaats.
Tot slot kwam Michel Kuiper twee keer aan de bak in de Historic Grand Prix Car Association. Met zijn Brabham BT4 schitterde hij op Donington Park, ondanks pech in de training en de eerste race: in de tweede race reed hij van helemaal achteraan (P27 op de grid) naar een negende plaats. In de straten van Pau werd hij vervolgens opnieuw door pech overvallen: twee keer wist Kuiper de finish niet te halen.